De Vlaamse overheid betaalde vorig jaar 2,14 miljoen euro aan verwijlintresten. Dat is 1,62 miljoen euro of 43 procent minder dan in 2017. Verwijlintresten zijn de intresten op laattijdige betalingen van overheidsopdrachten. Vlaams minister van Financiën en Begroting Lydia Peeters: “Onder meer de elektronische facturen zijn mee verantwoordelijk voor deze positieve trend. De verwerking gebeurt veel sneller, waardoor de betaling ook voor 85 procent binnen de wettelijke betaaltermijn valt.”

In 2018 betaalde de Vlaamse overheid in totaal 2,14 miljoen euro aan verwijlintresten. In 2017 was dat nog 3,77 miljoen euro, ruim 40 procent meer. De daling is een duidelijke trend ten opzichte van het begin van de legislatuur. Ter vergelijking: in het verkiezingsjaar 2014, bij de wissel van de legislatuur, bedroegen de verwijlintresten nog 6,9 miljoen euro. Dat is een vermindering van net geen 70 procent op 4 jaar tijd.

Oorzaken

De daling komt er dankzij een combinatie van factoren. De verificatie- en betaaltermijnen worden meer nauwgezet opgevolgd. Dat kan onder meer dankzij de verdere digitalisering en uniformisering van de financiële processen binnen de Vlaamse administratie. Ook is het gebruik van e-facturatie fors toegenomen. Voor nieuwe overheidsopdrachten boven de 8500 euro, zijn leveranciers bijvoorbeeld verplicht om elektronische facturen te sturen.

Vlaams minister van Financiën en Begroting Lydia Peeters: “Dankzij een forse digitalisering gebeurt de opvolging en de betaling door de Vlaamse overheid veel stipter. Daardoor hebben we ook de verwijlintresten al sterk kunnen terugdringen. Dat is ook een goede zaak voor de Vlaamse belastingbetaler.”

Verwijlintresten volledig uitsluiten is echter onmogelijk, aangezien ze ook het gevolg kunnen zijn van het betwisten van een factuur.