Nieuws

19 juli 2020

Vlaamse Overheid investeert 200 miljoen in nieuw knooppunt R0 x A201

Vlaamse overheid keurt eerste PPS voor Werken aan de Ring rond Brussel goed

Het knooppunt van de R0 (Ring rond Brussel) en de A201 (verbinding met Brussels Airport en de Leopold III-laan) wordt volledig vernieuwd. De Vlaamse Regering besliste vrijdag 17 juli om met een private partner samen te werken om de verkeersknoop volledig te vernieuwen. De bestaande grote ‘turbineknoop’ verdwijnt en een Belgische primeur komt in de plaats: een Single Point Interchange. Daarbij wordt al het verkeer op de op- en afrit in het midden afgewikkeld door een lichtengeregeld kruispunt.
Daarnaast komen dankzij het complex ook heel wat multimodale verbindingen. Vlaams minister voor Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters legt uit: “De Luchthaventram en een aantal fietssnelwegen krijgen vrije baan langs deze nieuwe verkeersknoop. Tegelijk denken we ook aan de bereikbaarheid van de luchthavensite. Bovendien worden een aantal prioritaire bruggen die vandaag in slechte staat zijn, aangepakt.” Als alles goed gaat, starten de werken in 2022.

R0 x A201: verouderd en té groot

Het knooppunt van de Ring rond Brussel met de A201 (Leopold III-laan en de luchthavensite) is vandaag een turbineknoop. Die knoop is eigenlijk op bepaalde takken te groot in verhouding met het verkeer dat moet worden verwerkt. Bovendien zijn een aantal bruggen in bijzonder slechte staat en dringend aan vernieuwing toe. De op- en afrit van de H. Henneaulaan en Zaventem en het verkeersknooppunt van de R0 en de E19 liggen ook bijzonder dicht bij dit knooppunt. Ook de R22 ligt door deze knoop gevlochten. Dat alles zorgt voor onveilige situaties, wat nefast is voor de doorstroming.

Single Point Interchange: primeur in België
Het knooppunt zal worden vervangen door een Single Point Interchange (SPI). Dat is een unieke manier om een op- en afrittencomplex te organiseren, waarbij alle verkeer samenkomt in het midden en op slechts één verkeerslichtengeregeld kruispunt wordt afgewikkeld. Zo’n SPI heeft verschillende voordelen: niet alleen is de capaciteit groter ten opzichte van een klassiek op- en afrittencomplex, maar het verkeer kan ook beter gedoseerd worden. Dat wil zeggen dat de fileterugslag- of opbouw van vandaag in de toekomst kan worden teruggedrongen. Dat verbetert de doorstroming.

Bovendien kan dankzij zo’n SPI alle infrastructuur veel compacter worden aangelegd, waardoor het ruimteverbruik geoptimaliseerd wordt en er meer plaats is voor de Luchthaventram en extra ruimte vrijkomt voor fietssnelwegen en het groenblauwe netwerk. Ook de Woluwe wordt opengelegd.

Multimodaal knooppunt
Naast het vernieuwde knooppunt voor de auto wordt ook hier, geheel in lijn met alle Werken aan de Ring, ingezet op de alternatieven. Minister Peeters: “We voorzien een tunnel voor de Ringtrambus, zodat die vlot haar eindhalte aan Brusses Airport kan bereiken. Daarnaast komt er ook een tunnel en brug voor de toekomstige Luchthaventram, en zetten we ook hier in op veilige en vrijliggende fietsverbindingen. De regio rond de A201 en de luchthavensite is een belangrijke economische cluster, en we willen maximaal inzetten op de multimodale bereikbaarheid.”.

De A201 wordt na de herinrichting, in lijn met de Brusselse visie, een stadsboulevard waar ook de snelheidsbeperking lager zal liggen.

Werken aan de Ring
De op- en afrittencomplexen van Vilvoorde-Koningslo en de H. Henneaulaan worden binnenkort heringericht. Met dit project is Werken aan de Ring toe aan een derde grote werf op de R0. Programmamanager van Werken aan de Ring, Nele Degraeuwe: “Werken aan de Ring is een multimodaal programma en de voorbije jaren hebben we dan ook hard ingezet op fietssnelwegen, mobipunten en het Brabantnet. Dankzij deze beslissing zullen we de komende jaren een derde belangrijke op- en afrit van de Ring aanpakken. Telkens maken we die op- en afritten ook meer multimodaal. Denk maar aan de vliegende fietsburg aan de Medialaan of de vrijliggende busbanen en fietspaden op de H. Henneaulaan. Zo blijven we schrijven aan een integraal verhaal voor leefbaarheid en mobiliteit in de regio rond Brussel”.

Publiek-Private Samenwerking
Met deze beslissing van de Vlaamse Overheid wordt het startschot gegeven van de zoektocht naar een consortium van aannemers dat de werken wil financieren, uitvoeren en onderhouden. Dat gebeurt volgens een Publiek-Private Samenwerking (PPS). Het consortium bepaalt mee het ontwerp, de uitvoeringsmethode, de fasering en de Minder-Hinderaanpak. Naast het financieren en uitvoeren van de werken zorgt de private partner ook gedurende 30 jaar voor het onderhoud. De Vlaamse Overheid betaalt dan gedurende 30 jaar een beschikbaarheidsvergoeding.

Meer nieuws

Graag op de hoogte blijven?

Schrijf u nu in op onze nieuwsbrief