5 november 2025
Open Vld heeft voorstel om blokkering lokale bouwdossiers van…
Lees meer
Nieuws
21 oktober 2025
Volgens de nieuwste Vlaamse omgevingsindicatoren van het Departement Omgeving blijft de verharding in Vlaanderen toenemen: van 14,2% in 2013 naar 15,7% in 2023. Dit is 1,5 % meer verharding op 10 jaar tijd. Vlaams Parlementslid Lydia Peeters (Open Vld) waarschuwt bevoegd minister Jo Brouns in de commissie voor het gegoochel met cijfers en termen en pleit voor meer nuance en realiteitszin in het debat over ruimtebeslag en verharding. “Onze ruimte is schaars, en daar moeten we verstandig mee omgaan,” zegt Peeters. “Maar we moeten de cijfers in de juiste context plaatsen en aandacht hebben voor de realiteitscheck. Driekwart van die verharding dient voor woningen, tuinen, transport, recreatie en industrie. Dat is ongeveer 11 procent van Vlaanderen. We hebben ruimte nodig om te wonen, te werken, te recreëren en ons te verplaatsen. Bovendien zijn de noden inzake huisvesting en ruimte om te ondernemen groot."
De cijfers over verharding worden berekend op basis van het Grootschalig Referentiebestand (GRB), gecombineerd met AI-modellen voor bodemafdekking. In meer dan 128 van de 285 Vlaamse gemeenten ligt de verhardingsgraad boven het Vlaamse gemiddelde. Maar volgens Peeters is het essentieel om zorgvuldig om te gaan met deze cijfers en al zeker met het vergelijken ervan. Vandaag worden cijfers en begrippen vaak door elkaar gebruikt. De ene keer spreekt men over verharding, de andere keer over ruimtebeslag. Die begrippen zijn niet hetzelfde, zo benadrukt Peeters. Zo brengen we bij ruimtebeslag alles in rekening waar de mens is geweest, zoals wegen, woningen maar ook tuinen, sportvelden en parken. Als we cijfers met elkaar willen vergelijken, moeten we dat ook doen met dezelfde methodiek. Zo niet leidt dit tot foute conclusies en fout beleid.
De bouwshift is geen bouwstop.
De liberalen steunen de doelstellingen van de bouwshift, maar Peeters benadrukt dat het moet gaan om een slimme verschuiving, niet om een stilstand. De bouwshift is geen bouwstop. Onze ruimte is schaars. We moeten dan ook nadenken over waar we bouwen, en zorgen voor voldoende ruimtelijk rendement. In stedelijke kernen is verdichting vaak logisch, maar ook op andere plekken moeten mensen kunnen blijven wonen, werken en recreëren. Hierbij dient rekening gehouden met demografische veranderingen, nood aan extra woningen en ruimte om te ondernemen. Het verhaal van de klassieke ruime verkavelingen is voorbij, maar dit kan niet betekenen dat men niet meer mag wonen in het buitengebied.
Peeters maakt zich dan ook zorgen over de conceptnota van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), waarin te lezen staat dat ruim 30.000 hectare harde bestemmingen, waaronder 16.000 hectare woongebied en 8.000 hectare industriegebied, omgezet moeten worden naar open ruimte. Ook lezen we daar dat de buitengebieden maximaal onthard moeten worden, en dat je alleen nog in kernen mag verdichten.
“De bouwsector heeft nood aan ruimte voor nieuwe woningen, de bedrijven smeken om bijkomende bedrijventerreinen, en tegelijk wil men duizenden hectaren herbestemmen naar open ruimte en de buitengebieden leeghouden. Dat rijmt niet. Als de regering niet snel haar beleid corrigeert, riskeren we zowel schaarste als stagnatie,” waarschuwt Peeters. Ze besluit dan ook met een oproep tot meer realisme in het ruimtelijk debat. “We moeten zuinig omspringen met ruimte, maar niet dogmatisch. Vlaanderen heeft nood aan een evenwichtig beleid: één dat open ruimte beschermt, maar ook ruimte laat voor mensen om te leven, te werken, te ondernemen en te ontspannen. De bouwshift mag geen bouwstop worden.”
Het volledige verslag van het debat in de commissie vind je via: Commissie voor Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening dinsdag 21 oktober 2025, 14 uur | Vlaams Parlement
Wij gebruiken dus enerzijds onze eigen cookies en anderzijds cookies van zorgvuldig geselecteerde partners met wie we samenwerken.
Kijk dan in onze uitgebreide Cookieverklaring » en ons Privacybeleid » .