Midden mei kondigde Vlaams minister Jo Brouns aan dat hij een extra bedrag van 500 miljoen euro vrijmaakt om lokale besturen te ondersteunen bij de (her)aanleg van rioleringen. Zo wil hij de uitrol van het rioleringsnet versnellen en sterke vooruitgang boeken in het behalen van de doelstellingen van de Europese kaderrichtlijn Water. De minister plant om voor de zomer een concreet voorstel aan de Vlaamse Regering voor te leggen, zo blijkt uit een vraag om uitleg van Vlaams volksvertegenwoordiger Lydia Peeters.

“Het is goed dat er een extra budget ter beschikking wordt gesteld voor waterzuivering en een betere waterkwaliteit”, aldus Lydia Peeters. “Want we weten allemaal dat er ons wat dat betreft nog heel wat uitdagingen te wachten staan. Investeren in riolering verbetert onze waterkwaliteit, en is cruciaal in de strijd tegen wateroverlast en droogte. Lokale besturen kunnen hun rioleringsprojecten volledig laten uitvoeren en financieren door Aquafin. Zo worden ze dus ook ontzorgd, wat positief is.”

De investeringen focussen enerzijds op het verhogen van de zuiveringsgraad – de waterkwaliteit dus – met bijzondere aandacht voor landelijke zones. Anderzijds wil men riooloverstorten verminderen. Op piekmomenten, zoals bij hevige regenval, lozen die overstorten het overtollige water rechtstreeks in de waterlopen om zo overbelasting van de riolering en ongecontroleerde overstromingen te voorkomen. Lydia Peeters wijst er  op dat er heel wat waterlopen zijn met enorm veel overstorten. Bij overstortwerking komt er ook ongezuiverd rioolwater in de waterloop terecht, wat vervuiling met zich meebrengt. “Als we de blauwgroene dooradering en een betere waterkwaliteit willen bereiken, dan moeten we ervoor zorgen dat die overstorten verdwijnen met bijzondere aandacht voor de waterlopen van categorie 2 en 3.”

93,5% van de Vlaamse gezinnen is vandaag aangesloten op een riolering. In het westen van Vlaanderen zijn er echter nog een aantal regio’s waar de rioleringsgraad slechts 60 tot 80 procent bedraagt. Daar is dus een inhaalmanoeuvre nodig. In Limburg is de rioleringsgraad al vrij hoog. De meeste gemeenten zitten daar boven de 90 procent en behoren dus tot de goede leerlingen van de klas. Niettemin stellen zich daar volgens Lydia Peeters ook uitdagingen. “Heel wat rioleringen gaan al even mee – dertig jaar of meer – en hebben geen gescheiden stelsel. We weten dat er daar nog heel wat afkoppelingen moeten gebeuren. Ik hoop dan ook dat de minister daar ook rekening mee zal houden om zo het rendement te verhogen. Het gaat zowel om de onderbouw als de bovenbouw. Hiervoor zullen dus ook de nodige middelen voorzien moeten worden", zo luidt het bij Lydia Peeters.

De concrete voorwaarden voor de subsidies worden momenteel uitgewerkt, dit in overleg met de VVSG en de watersector. Voor de zomer wil de minister een voorstel voorleggen aan de Vlaamse Regering. “Deze timing is zeer belangrijk zodat lokale besturen zich tijdig kunnen voorbereiden. Want hoe sneller we deze criteria kennen, hoe sneller lokale besturen kunnen incalculeren of ze bepaalde rioleringsprojecten al dan niet kunnen opnemen in hun BBC. Daarnaast moeten we er ook over waken dat de administratieve last bij de rioleringsprojecten zo laag mogelijk gehouden wordt”, aldus Peeters.

Het volledige verslag over de vraag om uitleg in de commissie over de rioleringsprojecten kan je hier raadplegen: Commissie voor Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening dinsdag 20 mei 2025, 14.15 uur | Vlaams Parlement