26 september 2024
Twee decennia grensoverschrijdende samenwerking zorgden voor…
Lees meer
Nieuws
27 december 2015
Op 16 en 17 december stonden de besprekingen van de begroting en beleidsbrieven 2016 op de agenda van de parlementaire zittingen in het Vlaams Parlement.
Als lid van de bevoegde commissie kwam Lydia Peeters tussen tijdens de bespreking van de beleidsbrief Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening 2016.
Lydia is van mening dat er heel wat goede intenties steken in de beleidsbrief van de minister die ze met de fractie kunnen onderschrijven, maar waarschuwt dat er nog heel wat werk aan de winkel is. Het wordt volgens de Open VLD fractie een zeer belangrijk jaar voor de minister en de administraties.
Voor de Open VLD fractie is een doordacht en zuinig ruimtegebruik dat de ruimtelijke organisatie en de omgevingskwaliteit ten goede komt cruciaal. Gebiedsgerichte werking is ook in het nieuwe beleidsplan Ruimte Vlaanderen prioriteit én het sleutelbegrip bij uitstek. De Open VLD fractie hoopt niet alleen dat dit project vooruit gaat, maar ook dat er, met de nodige inspraak en een kwalitatieve participatie, gewerkt wordt aan een sterk plan waar Vlaanderen nood aan heeft.
Gebiedsgerichte werking heeft middelen nodig die vandaag bijna nooit vanuit Ruimtelijke Ordening komen. Het lijkt zeer logisch dat, indien naar gebiedsgerichte realisatie wordt overgegaan met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, daaraan vanuit ruimtelijke ordening ook voldoende middelen tegenover worden geplaatst om de beoogde en gewenste ruimtelijke ontwikkeling mee te helpen realiseren op korte termijn. De gebiedsgerichte werking die net wil loskomen van de klassieke top-down benadering heeft juist nood aan extra middelen om de weg naar een BRV te plaveien en te faciliteren op het niveau van de samenwerking.
De versnelling met alle mogelijke middelen van investeringsprojecten is ook een positief aspect. Open VLD hoopt hier dat de minister de intentie van beleidsvernieuwing nog meer kracht kan bijzetten onder andere door bij nieuwe regelgeving gebruik te maken van inzichten uit de gedragseconomie en de integratie van alle ruimtelijke instrumenten in één Instrumentendecreet.
Tot slot is ook het operationaliseren van het decreet Omgevingsvergunning, zeker met de digitale afhandeling, voor ons een absolute prioriteit.