Nieuws

12 december 2020

Na benchmark blijft De Lijn interne operator voor kern- en aanvullend net

De resultaten van de benchmark, die VVM De Lijn moest doorstaan, zijn opgeleverd en besproken door de Vlaamse regering. VVM De Lijn kreeg een eindbeoordeling die luidde als ‘gematigd negatief’. De Vlaamse regering heeft beslist op 11 november om deze benchmark als een nulmeting te beschouwen en VVM De Lijn als interne operator voor het kern- en aanvullend net aan te duiden voor de volgende tien jaar. “Als iemand thuiskomt met een gematigde buis, dan is dat nog steeds een buis. We gaan de verbeterpunten die uit de studie zijn gebleken, omzetten in meetbare doelstellingen en die zullen we mee opnemen in de nieuwe beheersovereenkomst. Daar hangt ook een tussentijdse evaluatie over vijf jaar aan vast.”

De internationale benchmark is een nieuwe stap in de uitvoering van het decreet Basisbereikbaarheid. De benchmark zou de toekomst van VVM De Lijn duidelijk maken binnen het aanbod van openbaar vervoer in Vlaanderen en bepalen of ze voldoet om als interne exploitant van het kern- aanvullend net te blijven opereren.

Op vraag van de Vlaamse regering vergeleek het onafhankelijk adviesbureau inno-V de afgelopen maanden VVM De Lijn met tien vergelijkbare Noord- en West-Europese exploitanten van openbaar vervoer, o.a. in Nederland, Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk en Groot-Brittannië. De vergelijking gebeurde aan de hand van 10 groepen van indicatoren: eenheidsprijzen, kwaliteit middelen, kostenopbouw, productiviteit, gemiddelde kosten, aanbodkwaliteit, kostendekking, gemiddelde reizigerskosten, dienstkwaliteit en publiek nut. De verzamelde gegevens werden vervolgens gebundeld tot 4 efficiëntieconcepten om tot een totaaloordeel in een gemotiveerde eindconclusie te kunnen komen.

Resultaten benchmark

De resultaten van de benchmark werden opgeleverd en besproken op 11 november 2020. VVM De Lijn behaalde de eindscore ‘gematigd negatief’. Dit betekent dat De Lijn niet zonder meer “slecht” scoort, maar op een aantal vlakken wel minder dan het gemiddelde van vergelijkbare gebieden en bedrijven. Het gaat onder meer over om de productiviteit, de gemiddelde kosten, de kostendekking en de reizigerstevredenheid. Voor sommige aspecten is de achterblijvende performantie niet enkel aan VVM De Lijn toe te schrijven. Bijvoorbeeld het gekozen tariefbeleid dat door de Vlaamse regering wordt uitgezet, heeft een positieve invloed op de betaalbaarheid van het openbaar vervoer maar een negatieve invloed op de kostendekking.

Aandacht voor duurzaamheid en de milieunorm en de gemiddelde bezetting van het openbaar vervoer werden wél positief beoordeeld.

Vlaams minister Lydia Peeters: “Gematigd negatief, kunnen we geen goed rapport noemen maar het is genuanceerder dan dat. Het betekent niet automatisch dat het allemaal slecht is. Op een aantal parameters scoort VVM De Lijn slecht en dat is te wijten aan VVM De Lijn zelf en de interne bedrijfsvoering. Maar een aantal zaken is ook terug te voeren op het beleid van de afgelopen jaren. De slechte score op het vlak van de kostendekkingsgraad die schommelt rond de 20 procent, heeft uiteraard te maken met het door de overheid gevoerde tariefbeleid. Dat is goed voor de betaalbaarheid van het openbaar vervoer, maar slecht voor de kostendekking. Dat cijfer moet beter, maar de tarieven verdubbelen of zelfs vertienvoudigen zoals in Nederland gebeurt, dat is niet mijn ambitie.”

VVM De Lijn blijft interne operator voor volgende 10 jaar

De Vlaamse regering heeft beslist om deze benchmark als een ‘nulmeting’ te beschouwen en de VVM De Lijn als interne operator aan te duiden voor het kern- en aanvullend net voor de volgende 10 jaar. De verbeterpunten die uit de studie naar voor komen, worden omgezet en verfijnd naar (tussentijdse) meetbare doelstellingen die mee opgenomen zullen worden in de nieuwe beheersovereenkomst. Over vijf jaar volgt een tussentijdse evaluatie waarbij er financiële sancties zullen opgelegd worden indien VVM De Lijn de tussentijdse doelstellingen niet haalt.

“Tegen dan moet er verbetering merkbaar zijn”, zegt Peeters, “Een openbaar vervoer waar we meer dan een miljard euro in investeren, daarvan verwachten we dat het performant is. We blijven niet investeren als er geen verbetering merkbaar is. Want er wordt te vaak gezegd dat de problemen bij De Lijn zouden veroorzaakt worden doordat er te weinig geld naar het extern verzelfstandigd agentschap gaat, maar ook intern schort er wat. Men moet in eigen boezem durven kijken. Dit is een taak voor het hele managementteam, ik hoop dan ook dat dit een wake-up call is. Tegelijk biedt deze beslissing ook zekerheid voor het bedrijf en de bijna 8.000 medewekers.”

Internationale benchmarkstudie De Lijn

Meer nieuws

Graag op de hoogte blijven?

Schrijf u nu in op onze nieuwsbrief