De Vlaamse overheid heeft in het aanslagjaar 2018 voor 262.411 euro verkeersbelasting terugbetaald aan bedrijven die hun vracht vervoerden via de weg in combinatie met het water of het spoor. Dat is tien procent of ruim 24.000 euro meer dan het jaar ervoor. Het aantal ritten dat via gecombineerd vervoer verloopt is ook toegenomen. Vlaams minister van Financiën en Begroting Lydia Peeters: “Dat we meer verkeersbelasting kunnen terugbetalen dankzij meer gecombineerd vervoer is een opsteker. Elke vracht die niet langer over de weg moet, draagt bij tot een vlotter verkeer en een schoner milieu.”

In februari 2017 besliste de Vlaamse regering om bedrijven die kiezen voor gecombineerd vervoer van hun vracht – via het water of het spoor – te belonen met een gedeeltelijke of gehele terugbetaling van hun verkeersbelasting. Tot 100 overslagverrichtingen per jaar is een gedeeltelijke terugbetaling mogelijk. Vanaf 100 overslagverrichtingen, hetzij via het spoor, hetzij via het water (zeewater of binnenwater) volgt een volledige terugbetaling.

In 2018 vonden 56.258 zulke gecombineerde ritten plaats, tegenover 53.231 het jaar ervoor, wat neerkomt op een stijging van 5,5 procent. Dat resulteerde in een terugbetaling van 262.411 euro, een stijging van 10 procent of ruim 24.000 euro ten opzichte van 2017, toen de Vlaamse overheid 238.305 euro terugbetaalde. Ook het aantal vrachtwagens dat kon rekenen op een volledige terugbetaling van zijn verkeersbelasting is gestegen: 377 in 2018 tegenover 323 in 2017.

Hoewel de teruggave van de verkeersbelasting hoger ligt dan vorig jaar, hebben minder bedrijven een aanvraag ingediend: 48 in 2018 tegenover 53 in 2017.

Vlaams minister van Financiën en Begroting Lydia Peeters: “De verlaagde verkeersbelasting voor wie als bedrijf kiest voor alternatief vervoer kent een trage maar gestage groei. Niet elk bedrijf kan overschakelen, maar elke vrachtwagen minder op de weg, helpt voor de vergroening van ons verkeer en een schoner klimaat.”