Nieuws

10 januari 2017

Wat brengt de toekomst voor de de 'oranje' bedrijven?

De Vlaamse regering besliste op 23 april 2014 in het kader van de Europese Instandhoudingsdoelen (IHD) om een beleid uit te stippelen dat economie en ecologie moest verzoenen, en dit op het vlak van stikstofdepositie. Men zou dan intussen de vergunningverlening tijdelijk verstrengen. Het gevolg was de introductie van een significantiekader voor de passende beoordeling van ammoniak-uitstotende bedrijven. Deze bedrijven dragen bij aan de stikstofdepositie op een speciale natuurbeschermingszone (SBZ) of Natura 2000-gebied.

De bedrijven werden, naargelang hun stikstofdepositie, ingedeeld in drie categorieën (groen, oranje, rood). De overgangsperiode eindigde tegen de zomer van 2015. De zwaarst getroffen ‘rode’ bedrijven kregen al een flankerend beleid in januari 2015. De programmatische aanpak stikstof (PAS) zou, tegen de zomer van 2015, een oplossing moeten bieden voor de ‘oranje’ bedrijven.

In het kader van de gewijzigde aanpak van minister Schauvliege in december 2016, ondervroeg ik haar in de commissievergadering van de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn van 10/1/017 over de stand van zaken i.v.m. PAS en de IHD voor de oranje bedrijven. De minister liet immers het onderscheid bestaan tussen groene en oranje bedrijven, zodat er voor deze laatste categorie weer onvoldoende rechtszekerheid werd gecreëerd. Bovendien wordt ‘de indruk gewekt’ dat het alleen de landbouwbedrijven zijn die inspanningen moeten leveren. Ook wou ik graag een stand van zaken hebben i.v.m. de financiering van de gewijzigde aanpak en het inkrimpen van de zoekzones[1].

De minister antwoordde dat er voor elke sector (transport, industrie, landbouw) reductiedoelstellingen vastliggen. Ook de invloed van het buitenland mogen we niet onderschatten. Het verhogen van 3% naar 5% impact op een SBZ en het niet moeten verminderen van de stikstofdepositie met 30 % komt het aantal oranje bedrijven ten goede (halvering). Deze twee maatregelen verhogen, nog volgens de minister, de rechtszekerheid. Bovendien is een toename van ammoniakemissie mogelijk, maar dan wel met een passende beoordeling. De rode bedrijven hadden de mogelijkheid om de beste oplossing te kiezen voor hun bedrijf (stoppen, verhuis, andere gewassen…), de oranje bedrijven zullen door een onafhankelijke bedrijfsadviseur begeleid worden in hun zoektocht naar de beste oplossing. Daardoor is het onmogelijk om nu al een exacte kostprijsberekening te maken van het flankerend beleid van de oranje bedrijven. Voor wat betreft de zoekzones antwoordde de minister dat de managemensplannen, het openbaar onderzoek inbegrepen, afgerond moeten zijn in juli 2018.

Ik ben het eens met de minister dat een kader scheppen de beste oplossing was: met een vergunningsstop is immers niemand gebaat. Ik kan mij ook vinden in de versoepeling voor de oranje bedrijven, maar ik zal echter wel blijven waken over hun rechtszekerheid en het flankerend beleid.

Het volledige verslag vindt u hier.




[1] Zoekzones zijn delen van een speciale beschermingszone waarin instandhoudingsdoelen kunnen worden gerealiseerd, afgebakend binnen het hoogste natuurlijk potentieel, gecorrigeerd volgens sociaal-economische impact

Meer nieuws

Graag op de hoogte blijven?

Schrijf u nu in op onze nieuwsbrief