Nieuws

15 mei 2017

Resultaten gewijzigde archeologiewetgeving blijven uit

De aanvrager van een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning waarbij een ingreep in de bodem zal plaatsvinden binnen een afgebakend gebied, moet sedert 1 juni 2016 een bekrachtigde archeologienota bij zijn dossier voegen.

Duur en tijdrovend

De praktijk leerde echter al na enkele maanden dat de archeologienota’s veel omvattender waren dan aanvankelijk gepercipieerd, waardoor ze ook veel duurder en tijdrovender waren. De uitwerking legde financiële en administratieve druk op bouwprojecten en bovendien werden er veel archeologienota’s geweigerd door het Agentschap Onroerend Erfgoed. Een aanpassing drong zich einde 2016 reeds op.

‘Archeologienota light‘

Op 1 januari 2017 is vervolgens een wijzigingsbesluit in werking getreden waardoor het archeologisch vooronderzoek sneller, eenvoudiger en goedkoper moet verlopen. Er werd een archeologienota met beperkte samenstelling of de zogenaamde ‘archeologienota light’ geïntroduceerd. Tevens zou de beoordeling van de nota door het bevoegde Agentschap vlotter bekrachtigd worden.

Uit een antwoord op een schriftelijke vraag aan de Minister-President blijkt echter dat er ook de eerste maanden van 2017 nog 23% of bijna 1 op 4 archeologienota’s met beperkte samenstelling werden geweigerd. In totaal werden in de periode 01-01-2017 tot en met 15-04-2017, 284 archeologienota’s geweigerd, waarvan 61 in Limburg. 22% van alle aanvragen.

Kaart met gebieden waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt

Bovendien zou de kaart met gebieden waar geen archeologisch onderzoek te verwachten valt, sneller bijgewerkt worden. Volgens de Minister-President zal de volgende versie van de kaart ter beschikking zijn op 16 mei 2017. Hierbij worden in eerste instantie bouw- en verkavelingsdossiers die reeds archeologisch werden onderzocht in het kader van het Archeologiedecreet systematisch geregulariseerd. Bij deze versie van de kaart zullen de provincies Oost- en West-Vlaanderen op deze manier gescreend zijn. De overige provincies volgen pas in de volgende maanden. Vlaams Parlementslid Lydia Peeters vindt het allemaal erg traag vorderen.

Klachten blijven aanhouden

Peeters: “Op het veld horen we bovendien nog steeds zeer veel klachten over de kostprijs en tijdrovende verplichtingen in verband met de opmaak van verplichte archeologienota’s. Zo kan de factuur van een archeoloog bij een standaardproject al snel oplopen tussen de 2.500 en 3.000 euro. Ook archeologisch onderzoek tout court is in tal van bouwprojecten een enorm onzekere factor in de timing en de kosten kunnen oplopen tot in de honderdduizenden euro’s.

Vlaanderen mag trots zijn op z’n onroerend erfgoed en we moeten dat waar mogelijk in stand houden, maar als je wilt dat mensen investeren, moet je inzetten op een eenvoudige en snelle procedure die rechtszekerheid biedt. Ik vrees dat dit ook in de vernieuwde regelgeving nog steeds niet het geval is”, besluit Peeters.

Hierbij vindt u mijn vraag en het antwoord van de minister terug.

Meer nieuws

Graag op de hoogte blijven?

Schrijf u nu in op onze nieuwsbrief