26 september 2024
Twee decennia grensoverschrijdende samenwerking zorgden voor…
Lees meer
Nieuws
23 december 2022
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters maakt bekend dat er de komende twee jaar nog eens 10.789 extra (semi-)publieke laadequivalenten bijkomen in Vlaanderen. Dat is het resultaat van een tweede projectoproep die minister Peeters in juni lanceerde. “Onze doelstelling is 35.000 laadequivalenten tegen 2025”, aldus minister Peeters. “Op dit moment tellen we in Vlaanderen iets meer dan 16.000 laadequivalenten. Samen met de resultaten van deze projectoproep en een oproep uit 2021 zitten we sterk op koers om onze ambitie te halen.”
Het is de ambitie van minister Peeters om tegen 2025 over 35.000 publieke of semi-publieke laadpunten in Vlaanderen te beschikken. Minister Peeters zet daarvoor in op drie pijlers: thuis laden, onderweg laden en op het werk laden. Op dit moment telt Vlaanderen ca. 16.000 laadequivalenten. Met deze projectoproep komt er nog eens 10.789 laadequivalenten bij. Een eerdere projectoproep leverde 9.800 laadequivalenten op.
“Ons doel is vooral de bestuurder ontzorgen”, aldus minister Peeters. “Laden moet op termijn zo evident worden als tanken.”
Net als vorig jaar richtte de CPT (Clean Power for Transport)-oproep voor 2022 zich op laadinfrastructuur op het private domein die publiek toegankelijk is. Vooral veel bedrijven dienden een aanvraag in en zijn dus bereid om te investeren in laadinfrastructuur die ze openstellen voor gebruik door het brede publiek. Concreet gaat het om locaties bij kleine handelaars, grote supermarktparkings, bedrijfsparkings, klassieke tankstations en andere strategisch gelegen locaties buiten het openbare domein.
Vlaams minister Lydia Peeters: “Om de versnelde elektrificatie van het wagenpark te ondersteunen, is een voldoende aanbod aan laadinfrastructuur onontbeerlijk. Ik ben blij dat er nog meer bedrijven projectvoorstellen hebben ingediend dan vorig jaar. Dat betekent dat de privésector mee de omslag aan het maken is. Bovendien zijn er heel wat projecten bij die focussen op ultrasnel laden.”
In het totaal werden er 254 projecten goedgekeurd, goed voor 10.789 extra (semi-)publieke laadequivalenten die de komende twee jaar over Vlaanderen geïnstalleerd zullen worden. “Hiervoor stellen we een financiële bijdrage vanuit Vlaanderen van 9.982.107,53 euro ter beschikking”, duidt minister Peeters. “In 2021 hebben we een gelijkaardige projectoproep gelanceerd die 9.800 laadequivalenten opleverde. Deze projecten zijn al volop in uitvoering en moeten uiterlijk gerealiseerd zijn tegen november 2023.”
In de projectvoorstellen van deze CPT-oproep is er een duidelijke trend naar investeringen in ultrasnelladers. 5.886 van de in totaal 10.789 laadequivalenten vallen onder de categorie ultrasnelladers. Ultrasnelladers zijn laders met een groot vermogen die er voor zorgen dat je je wagen in zo’n 15 minuten voor een groot deel oplaadt. Dat helpt om de zogenaamde ‘range anxiety’ te voorkomen: de bezorgdheid om in een elektrische auto zonder elektriciteit komen te zitten en niet op tijd een laadpaal te vinden om de accu weer op te laden.
Bovenstaande tabel geeft een verdeling weer van het aantal laadequivalenten (CPE) die bij een volledige uitvoering gerealiseerd kunnen worden met deze project-call, opgedeeld in vermogenscategorieën. Een laadpaal met een normaal vermogen kennen we maximaal 2 laadequivalenten toe. Bij snellaadpunten zijn dat maximaal 5 laadequivalenten en bij ultrasnellaadpunten (150 kW en meer) zijn dat 10 laadequivalenten.
Met het actieplan 'Clean Power for Transport (CPT)' zet de Vlaamse overheid in op de omschakeling naar zero-emissievervoermiddelen en vervoermiddelen aangedreven door alternatieve brandstoffen. Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken coördineert de uitvoering van dit actieplan. Eén van de onderdelen is de uitbouw van laadinfrastructuur. Dat gebeurt o.m. via jaarlijkse oproepen waarmee subsidies worden verleend aan toegankelijke laadinfrastructuur op het private domein.
Overzicht met laadequivalenten per stad/gemeente: Laadequivalenten stad-gemeente.pdf