26 september 2024
Twee decennia grensoverschrijdende samenwerking zorgden voor…
Lees meer
Nieuws
30 januari 2020
Winternacht
Zwijgend en als uitgestorven
ligt het dal in winternacht.
In haar kleed van blanke vlokken
sluimert de aard, zo diep, zo zacht.
Aan de klare sterrenhemel
gaat de maan haar stille gang.
In haar schijn ligt daar de vlakte,
scheemrend, als een maagd zo blank.
Uitgegaan is 't laatste lampken
dat van ver u tegenglom.
Onder witbesneeuwde daken
slaapt het dorpken, stil en stom.
Slechts de toren, trouwe wachter,
't hoofd met eeuwen reeds bevracht,
houdt nog daar, in nacht en stilte,
over hut en hoeve wacht.
En, wen alles rondom sluimert,
van het leven onbewust,
galmt de sombre toon der klokke,
stem des Tijds, die nimmer rust.
(1928)