Nieuws

9 maart 2019

Lydia Peeters & Koen Van den Heuvel, allebei minister-dépanneur: “Ik heb wel al 'De ideale wereld' gehaald”

Het Nieuwsblad | De Vlaamse regering krijgt haar betonstop niet meer geregeld. Het dossier was het enige dat Koen Van den Heuvel (CD&V) in zijn honderd dagen als minister absoluut moest afkrijgen. Zijn collega Lydia Peeters (Open VLD), die net een maandje langer in de regering zit, verzette zich als parlementair jarenlang tegen het plan en blijft ook vandaag sceptisch. Dan maar samenluisteren naar wat de klimaatspijbelaars van hen verlangen? “Wij kunnen van vandaag op morgen geen wereldschokkendedingen veranderen.”

België, zijn vele klimaatbetogers, zijn vele klimaatministers. Koen Van den Heuvel, Vlaams minister sinds een maand en bevoegd voor klimaat, arriveert meer dan een halfuur te laat op het kabinet van Lydia Peeters, Vlaams minister van Energie sinds begin dit jaar. Zijn excuus? “Vanochtend had ik een afspraak met mijn federale collega Marie-Christine Marghem (MR), maar zij was bijna een uur te laat. Er stonden klimaatbetogers voor haar deur.”

Peeters: “Wij hebben ook al klimaatjongeren aan onze deur gehad. Ik heb toen aan mijn man gezegd dat hij zeker thuis moest blijven zodat hij hen kon ontvangen, want zelf kon ik er niet zijn.” (lacht)

Nauwelijks drie maanden geleden zetelden Van den Heuvel en Peeters nog samen in het Vlaams Parlement. Toen de Vlaamse regering al begon uit te bollen, werden zij plots nog uitgenodigd voor het dessert. Voor Van den Heuvel was de resterende tijd zo kort dat er slechts één grote uitdaging op zijn bord lag: de uitvoering van de betonstop. Missie gefaald. De Raad van State sprak een negatief advies uit en de regering kon niet anders dan wat ze jarenlang had aangekondigd over de verkiezingen te tillen.

Mevrouw Peeters, u was als parlementslid een van de grootste critici van het plan. U vindt het wellicht minder erg dat we kunnen blijven verkavelen?

Peeters: “Er is een ruimtelijk structuurplan van 1997. Er zijn dus duidelijk afgebakende gebieden voor industrie, bossen of recreatie. Het is niet zo dat er vandaag overal gebouwd kan worden.”

Maar een nieuw plan hoeft niet zo nodig?

Peeters: “Het nieuwe plan is goedgekeurd in juli vorig jaar. Ik heb, voor alle duidelijkheid, daar geen actie tegen ondernomen. Mijn protest tegen de boskaart is terecht gebleken, want die is daarna afgevoerd. Ik heb altijd gezegd dat de eigendomsrechten beschermd moesten worden. Maar als Limburgse blijf ik kritisch, net zoals mijn collega’s uit West-Vlaanderen, voor het decreet over de woonreservegebieden. Ik begrijp dat we in de toekomst moeten bouwen waar er al voorzieningen zijn voor de bevolking, zoals scholen of ziekenhuizen. Maar moet ik er, vanuit een regio die altijd stiefmoederlijk behandeld is door de NMBS en De Lijn, mee akkoord gaan dat er enkel nog gebouwd kan worden waar er een knooppunt is voor het openbaar vervoer?”

U hoort zo aan de kritiek van uw collega dat de discussie net zo goed weer helemaal geopend kan worden.

Van den Heuvel: “Ik kan de mensen uit Limburg en West-Vlaanderen geruststellen: dit is geen Noord-Koreaans instrumentarium dat hen zomaar wordt opgelegd. Gemeenten en provincies hebben inspraak in welke kernen nog in aanmerking komen om verder te ontwikkelen. Dat zullen niet alleen de centrumsteden zijn. Maar we moeten wel afstappen van het idee dat we in elk dorp nog gaan bijbouwen.”

Peeters: “We mogen ook niet vergeten dat er nog veel geld nodig zal zijn om alles te compenseren.”

Heeft Vlaanderen dat geld niet? U heeft als minister van Begroting onlangs toch opnieuw een begrotingsoverschot kunnen aankondigen?

Peeters: (lacht) “Volgens de kosten-batenanalyse die is gemaakt, zal er toch iets meer geld op tafel moeten komen.”

Van den Heuvel: “Tegelijk blijkt ook uit alle studies dat, als we niets doen, de factuur veel hoger zal zijn. Dan loopt het in de miljarden.”

Vond u het eigenlijk fijn om nog voor honderd dagen minister te worden?

Van den Heuvel: “Natuurlijk. Ik moet daar niet flauw over doen. Ik was net daarvoor als lijsttrekker aangeduid, met tegenstanders in Antwerpen voor het Vlaams Parlement zoals Bart De Wever (N-VA), Meyrem Almaci (Groen) en Bart Somers (Open VLD). Dan weiger je geen ministerschap.”

En zeggen dat uw partijvoorzitter eerst lang getwijfeld heeft of hij u wel lijsttrekker zou maken.

Van den Heuvel: “Daar is veel over gespeculeerd in de pers, maar ik heb daar niet wakker van gelegen. Ik heb toen ook ergens gelezen dat ik misnoegd rondliep. Dat was absoluut niet het geval.”

In uw geval, mevrouw Peeters, wilde uw voorzitster het koste wat het kost een vrouw om Bart Tommelein te vervangen. U was de gelukkige. Vindt u dat niet een beetje vervelend?

Peeters: “De vastberadenheid van Gwendolyn Rutten om evenveel vrouwelijke als mannelijke lijsttrekkers te lanceren bij de verkiezingen heeft natuurlijk meegespeeld. En, ook al kon Gwendolyn dat toen niet weten, het is ook nog eens mooi meegenomen dat mijn plaatsvervanger als burgemeester een vrouw is, net zoals de nieuwe schepen én mijn opvolger in het parlement. Maar het is niet dat ik minister en lijsttrekker ben geworden omdat ik een vrouw ben. Ik heb mijn dossierkennis bewezen, heb achttien jaar ervaring als burgemeester, en we hebben met Open VLD in Limburg bij de gemeenteraadsverkiezingen ook goed gescoord.”

Jullie zijn ervaren parlementairen, maar toch merkten we tijdens de eerste tv-optredens een grote nervositeit.

Van den Heuvel: “Als parlementair word je niet zo vaak uitgenodigd in een tv-studio, dus dat is allemaal redelijk nieuw. En er zijn nu eenmaal mensen die vlotter praten dan ik.”

En toen moest u ook nog eens dat vreselijke woord “ecoparticipationist” uitspreken. Had u dat zelf uitgevonden?

Van den Heuvel: “Neen. Maar ik heb er wel De ideale wereld mee gehaald. (lacht) Mijn voorzitter had eerst participationistisch ecologisme gelanceerd. Ik heb dat al vereenvoudigd naar ecoparticipatie.”

Peeters: “Eco-optimisme is nog beter.”

Van den Heuvel: “Ik ken uw partijgenoot Bart Somers al lang en ben net als hem een vooruitgangsoptimist.”

Peeters: “Ben je nu aan het solliciteren?” (lacht)

Van den Heuvel: “Neen, maar ik vind dat een goede levenshouding. Politici moeten geen doembeelden ophangen maar vertrouwen in de toekomst uitstralen.”

Zouden partijen een draaiboekje moeten hebben voor mensen die plots minister worden?

Peeters: “Dan haal je toch alle spontaniteit weg? Iedereen moet dat op zijn eigen manier invullen. Voor burgemeesters bestaat dat overigens ook niet. Ik ben begin 2001 burgemeester geworden na mijn eerste deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen. Ik had dus zelfs nooit gezien hoe een gemeenteraad verliep. Dan moet je je plan trekken.”

Merken jullie dat mensen nu anders naar jullie kijken?

Peeters: “Sommige mensen die ik al langer ken spreken me nu plots aan met mevrouw de minister. Dan zeg ik meestal dat ze gewoon Lydia mogen blijven zeggen.”

Meneer Van den Heuvel, u bent een groot supporter van Antwerp FC, lazen we.

Van den Heuvel: “Klopt. Sinds dat bekend is geraakt, zijn er al duizend extra abonnementen verkocht. Nee, grapje. Ik ging als kind al gaan kijken, heb alle grote matchen meegemaakt en sinds vijf jaar heb ik opnieuw een abonnement samen met mijn kinderen. Elke thuismatch zitten we op tribune 2, op de houten bankjes.”

Uw vriendin, Vlaams Parlementslid Katrien Partyka (CD&V), vermeldde dat houten bankje ook al, in een portret van u in ‘De Morgen’. Een week later zagen we u echter al in de eretribune zitten tussen de Antwerp-bazen Luciano D’Onofrio en Paul Gheysens.

Van den Heuvel: “Zij hadden blijkbaar ook gelezen dat ik supporter was en hadden mijn kabinet gebeld om te vragen of ik niet wilde komen. Ik mocht zelfs de aftrap geven. Die kans kon ik niet weigeren. Behalve die ene keer na de Europese halve finale in 1993, toen ik net als alle andere supporters over de omheining ben geklommen, had ik het gras van de Bosuil nog nooit betreden.”

Mensen als Gheysens nodigen een minister natuurlijk niet zomaar uit. Spreken ze u dan aan over het voornemen van uw partij om het fiscaal gunstregime in het voetbal in te perken?

Van den Heuvel: “Daar hebben we het niet over gehad.”

En over hun vergunningen die ze nodig hebben voor de nieuwe Bosuil, waarvoor ze twee nieuwe wegen willen aanleggen in huidig groengebied?

Van den Heuvel: “Evenmin. Dat is trouwens een bevoegdheid van de stad Antwerpen. We hebben het vooral over voetbal gehad en hun ambitie om van Antwerp volgend seizoen een nog sterker elftal te maken.”

Intussen blijven de klimaatjongeren protesteren. Begrijpen jullie dat ze niet tevreden zijn met wat de politiek hen tot nog toe kon bieden?

Peeters: “We kunnen van vandaag op morgen geen wereldschokkende dingen veranderen. Bovendien heeft deze Vlaamse regering wel al heel veel gedaan. Maar de jongeren hebben gelijk dat iedereen er zich van bewust moet zijn dat het niet vijf voor twaalf, maar vijf over twaalf is. Als er vandaag in uw gemeente een aanvraag loopt om een windmolen te plaatsen, helpt het dus niet om daar een actiecomité tegen op te richten.”

Van den Heuvel: “De klimaatmarsen zijn voor ons een fantastisch hulpmiddel om het verantwoordelijkheidsgevoel bij iedereen op te drijven. En als overheid moeten we stimuleren en het goede voorbeeld geven. Dat doen we ook. Twee weken geleden hebben we de walstroom goedgekeurd, waardoor schepen wanneer ze aangemeerd liggen in de haven niet langer hun vervuilende motor moeten laten draaien, maar netstroom kunnen gebruiken. Dat zal tot een derde minder stikstof leiden in de haven, maar ik heb dat in geen enkele krant gelezen. Blijkbaar is dat niet sexy.”

Het is de schuld van de media?

Van den Heuvel: “Wij moeten misschien ook beter communiceren.”

Peeters: “Maar er zijn wel heel veel Vlaamse maatregelen: energieleningen, premies voor isolatie en renovatie...”

Van den Heuvel: “… de vergroening van de verkeersbelasting, de energienormen voor woningbouw...”

Peeters: “Er is echt heel veel gebeurd en misschien is het ook de verantwoordelijkheid van de pers om daar meer aandacht aan te besteden.”

Voeren jullie thuis met jullie eigen kinderen ook dezelfde discussies als met de klimaatjongeren?

Peeters: “Dat is toch iets anders. Mijn dochter van dertien was het niet eens met het zeer strenge afvalbeleid op haar school. Ze mochten geen verpakkingen meer meebrengen. Wie dat wel deed, kreeg strafstudie. Je kan erover discussiëren of de sanctie in verhouding is met de maatregel, maar het maakt hen wel bewust van het afvalprobleem, dat ook een onderdeel is van het klimaatprobleem.”

Van den Heuvel: “Mijn jongste zoon zit in zijn tweede bachelor energiemanagement. Daar hebben we het dus geregeld over. Want onze eerste opdracht is om zuinig om te gaan met energie. Dan zullen we sowieso minder uitstoten.”

Bent u met de fiets gekomen van uw kabinet naar hier?

Van den Heuvel: “Neen. Want ik was al te laat.”

Net daarom. Het is vijf minuten met de fiets.

Van den Heuvel: “Ik was er wel verbaasd over hoe lang we hebben stilgestaan. Fietsen is geen slecht idee. Nu de lente in het land is, wil ik die uitdaging aangaan.”

Is de vorige klimaatminister Joke Schauvliege de mist ingegaan omdat ze zich de protesten te persoonlijk aantrok?

Peeters: “Ik ga daar niet veel over zeggen. Ze stond wel onder druk.”

Van den Heuvel: “Wanneer je duizenden mails en sms’en krijgt, ook ’s nachts, is dat niet te onderschatten. Tijdens die toespraak heeft ze dingen gezegd die ze beter niet had gezegd. Maar ze heeft zich daarvoor verontschuldigd.” CD&V besliste om Schauvliege te behouden als lijsttrekker. Is de tijd om recht te krabbelen en haar geloofwaardigheid terug te winnen niet heel kort?

Van den Heuvel: “Dat zullen we op 26 mei zien. Maar ik ben ervan overtuigd dat Joke de knop heeft omgedraaid. In Oost-Vlaanderen heeft ze al lang een grote achterban. En ze beschikt over de nodige veerkracht om een goed resultaat neer te zetten. Het is niet omdat je een halfuur voor het einde 0-2 achter staat, dat je niet met 4-2 kan winnen. Zie maar naar Antwerp-Genk dit seizoen.” (lacht)

Moeten jullie, nu jullie minister en lijsttrekker geworden zijn, niet minstens dubbel zoveel voorkeurstemmen halen dan in 2014?

Peeters: “Hoe meer hoe liever.”

Van den Heuvel: “Dat is heel diplomatisch. Allez, zeg 25.000. Die ga jij toch zeker halen?”

En zal u er in Antwerpen 140.000 halen, zoals uw voorganger Kris Peeters?

Van den Heuvel: “Op zijn minst.” (stilte) “Grapje hé. Die score evenaren is onbegonnen werk. Maar het moeten er natuurlijk meer zijn dan de 17.000 van vijf jaar geleden.”

Zien we jullie daarna nog terug als minister?

Peeters: “Ik wil daarvoor tekenen, want ik doe het graag. Maar dat is geen evidentie.”

Van den Heuvel: “Ik zou geen neen zeggen.”

Meer nieuws

Graag op de hoogte blijven?

Schrijf u nu in op onze nieuwsbrief