Nieuws

14 maart 2024

Meer Samenwerken voor Minder Hinder

Aan de vooravond van een belangrijke verkeersingreep op de Antwerpse Ring, waarbij het verkeer in de richting van Nederland voortaan over drie in plaats van vier rijstroken zal beschikken, vindt in het Vlaamse Parlement de voortgangsrapportage over het Toekomstverbond plaats. Tijdens dat halfjaarlijks momentum wordt een stand van zaken gegeven van de uitvoering van de verschillende onderdelen van het Toekomstverbond, dat in 2017 werd afgesloten.

De uitvoering van de Oosterweelwerken versnelt alsmaar meer. Dit jaar zullen op rechteroever alle belangrijke werven definitief uit de startblokken schieten en voor de nodige (verkeers)hinder zorgen. De Vlaamse regering besliste daarom begin dit jaar om, parallel aan de Oosterweelwerf, ook de nodige snelheid te geven aan de invulling van een andere pijler uit het Toekomstverbond, de modal shift. Het Routeplan 2030, het kader dat de ambities voor een duurzame mobiliteit in de Antwerpse Vervoerregio beschrijft, werd begin deze week definitief goedgekeurd door de Vervoerregioraad.

Lantis en De Lijn versterken hun samenwerking met oog op een kwalitatieve Minder Hinder aanpak tijdens de Oosterweelwerf en de realisatie van de duurzame mobiliteitsambitie.

Hoewel de Oosterweelverbinding een werf is die zijn gelijke niet kent in de recente geschiedenis van Antwerpen, heeft de Scheldestad de jongste decennia wel degelijk ervaring opgedaan met het managen van ‘hinder’ tijdens de uitvoering van grootschalige werken. Exact 20 jaar geleden vond een ingrijpende vernieuwing van de Antwerpse Ring plaats die in totaliteit twee jaar zou duren. De doembeelden rond hinder voerden op voorhand hardnekkig de boventoon en toch bleek de uitvoering van de werken verrassend vlot te verlopen. Sinds die werken is “minder hinder” niet alleen een begrip maar ook een strategie om grootschalige werken aan te pakken. Meer nog, minder hinder en samenwerking zijn de kern geworden van hoe dergelijke complexen projecten worden aangevat.

Geen “quick fixes” maar duurzame maatregelen

Diezelfde strategie werd dan ook toegepast toen rond 2014 de Oosterweelwerken aan de horizon verschenen. Hoewel de plannen voor het project in 2017, na het sluiten van het Toekomstverbond, grondig werden aangepast, ging de uitvoering van het “minder hinder”-programmaonverminderd door.

Welke zaken werden de voorbije jaren al gerealiseerd die bijdragen aan de realisatie van een modal shift met het oog op de uitvoering van Oosterweel? (hierna volgt een willekeurige, niet limitatieve opsomming)

  • Trein: verhoogde bediening Noorderkempen, Puurs-Antwerpen-Essen en Sint-Niklaas-Antwerpen
  • Tram: Noorderlijn en heraanleg Operaplein, open helling Turnhoutsepoort voor een snellere verbinding met de oostrand van de stad
  • Drie gloednieuwe Park and Rides met bijna 4.000 overstapplaatsen en hoogfrequente tramverbindingen naar het hart van de stad
  • Fiets: fietsbrug IJzerlaan, fietsroute Hoboken – Hemiksem
  • Waterbus
  • Verhogen bruggen Albertkanaal
  • Slim naar Antwerpen: bedrijvenaanpak en reisinformatie
  • ...
“Het nadeel van de lange aanlooptijd naar de effectieve uitvoering van ons project, is dat gebruikers ondertussen al vergeten zijn dat maatregel X of project Y er gekomen is met het oog op de uitvoering van Oosterweel. Heel wat van die ingrepen zijn ondertussen ingeburgerd en als vanzelfsprekend beschouwd”, duidt Bart Van Camp, Directeur Omgeving bij Lantis. “Het toont echter aan dat wij niet op zoek zijn naar “quick fixes” maar duurzame maatregelen willen implementeren die gebruikers echt op weg helpen naar een duurzame mobiliteit.”

Overschrijdend impactmanagement

Naast de samenwerking op deze projecten ontmoeten De Lijn, Lantis, de stad Antwerpen, Port of Antwerp-Bruges en het Agentschap Wegen en Verkeer elkaar sinds vorig jaar intensief in een projectgroep rond overschrijdend impactmanagement. De komende jaren kondigen zich immers, samen met de Oosterweelwerken, nog belangrijke andere werven aan waarvan de impact op macroniveau bekeken én gemanaged wordt.

Prioriteit ligt nu bij het nemen van voorbereidende maatregelen voor het verzekeren van de continuïteit van Scheldekruisende bewegingen voor OV-reizigers.

"Afstemming van de timing van de onderhoudswerken op Scheldekruisingen, betrouwbare bovengrondse tramlijnen met goede doorstroming en extra rollend materieel en stelplaatscapaciteit staan met stip bovenaan. Daarbij wordt de puzzel gelegd van alle mogelijke alternatieven voor wie door de werven geïmpacteerd wordt in zijn dagelijkse verplaatsingen", aldus de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken.
“De sleutel om dergelijke impactvolle projecten met een minimum aan hinder voor de gebruiker te realiseren ligt in samenwerking over de muurtjes heen. Daarom heb ik vorig jaar aan de verschillende partijen gevraagd om, onder mijn voogdij, intensief samen te werken rond het verkleinen van de impact voor de gebruiker. We willen immers niet dat de gebruiker van de ene werf in de andere tuimelt.”
Ann Schoubs, directeur-generaal van De Lijn vult aan: “De komende jaren staan er heel wat werven op stapel in de regio die uiteindelijk tot een veel hogere infrastructuurkwaliteit zullen leiden. Tijdens de werken zal er natuurlijk wel impact zijn op wie zich in de regio verplaatst. Om de mobiliteit tijdens de werken zo vlot mogelijk te laten verlopen, is het goed dat er met alle betrokkenen samen wordt gewerkt aan een ruim gamma aan Minder Hinder-maatregelen.”

Samen werken rond een doorgedreven aanpak

De minder hinder-aanpak in aanloop naar de Oosterweelwerken werd al jaren geleden opgestart. Dat vertaalt zich ook in de cijfers in Antwerpen en omgeving. Tussen 2015 en 2022 zijn er 46% meer fietsers geteld, sinds 2020 zijn er 41% extra deelmobiliteitsvoertuigen en evolueerde de modal split van Antwerpse werknemers naar 41% auto tegenover 60% duurzame modi. Maar er is meer nodig. Sinds 2012 evolueerde de gemiddelde filelengte op de Ring met maar liefst 84%. Met een verwachte verdere stijging van het aantal inwoners in de Antwerpse regio, en dus ook een stijging van het aantal verplaatsingen in combinatie met de werken, is het tijd om verder door te pakken richting een duurzame modal shift. Het Routeplan 2030, dat recent op de goedkeuring van de Vervoerregioraad kon rekenen en breed gedragen is, vormt daarbij het kompas.

Begin dit jaar selecteerde de Vlaamse regering enkele projecten uit het plan die prioritair uitgewerkt zullen worden. Lantis, De Lijn en NMBS/Infrabel zullen intensief samenwerken om de opstart van deze projecten mogelijk te maken. Het gaat concreet om:

  • Een betere regionale ontsluiting en verbinding met de binnenstad van het gebied rond het UZA via een sneltramverbinding
  • De uitbouw van het sneltramnetwerk op de Bisschoppenhoflaan
  • De uitbouw van de nieuwe districtentram die snelle en rechtstreekse verbindingen creëert tussen de districten van de stad Antwerpen
  • De ontwikkeling van het Ringspoor

Meer nieuws

Graag op de hoogte blijven?

Schrijf u nu in op onze nieuwsbrief