Nieuws

11 augustus 2022

Minister Lydia Peeters dringt aan op snellere opstart van uitrol basisbereikbaarheid

“In het belang van de reiziger nu knopen doorhakken en kiezen voor een gefaseerde progressieve aanpak”

Ondanks de geleverde inspanningen door tal van stakeholders en administraties en de reeds geboekte vooruitgang op diverse vlakken, zijn er vandaag nog talrijke uitdagingen om de operationele uitrol van Basisbereikbaarheid tot een goed einde te brengen. Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters wil de vicieuze cirkel van uitstel, onzekerheden en vertragingen doorbreken en lanceert daarom een progressief scenario met een gewijzigde en efficiëntere rolverdeling: “Pendelaars, reizigers(organisaties), lokale besturen, vervoerders en aanbieders zitten met tal van vragen. Het is van cruciaal belang dat we nu knopen doorhakken en niet langer wachten met het risico op verder uitstel. In het belang van de reiziger zullen we vanaf januari 2023 versneld en op een gefaseerde manier een aantal wijzigingen doorvoeren. We herbekijken ook de interne taak- en rolverdeling bij de verdere implementatie van basisbereikbaarheid.”

EVEN TERUG IN DE TIJD

Het decreet basisbereikbaarheid werd, na jarenlange voorbereiding en in navolging van een parlementaire resolutie van 2015, goedgekeurd in het Vlaams Parlement op 26 april 2019.

Het was een breed kaderdecreet waarin het principe van basisbereikbaarheid werd uitgewerkt: een gelaagd, efficiënt en vraaggestuurd mobiliteitssysteem met een eenvoudige dienstverlening voor de reiziger. Waar de vraag groot is, wordt het aanbod versterkt in een verknoopt netwerk van kern- en aanvullend net. Waar de vraag klein is én voor de voor- en natrajecten wordt maatwerk geleverd via het flexvervoer of het vervoer op maat en met de inzet van flex- en deelsystemen.

Combimobiliteit wordt gestimuleerd en reizigers kunnen makkelijk overstappen van het ene vervoermiddel op het andere, aan herkenbare vervoerknooppunten of Hoppinpunten. De Hoppincentrale zal instaan voor het bundelen van alle vervoersopties en het matchen van de vraag en het aanbod van de reiziger. Er wordt ook gewerkt aan een eenvoudig ticket- en tariefsysteem.

Midden 2019 werd Vlaanderen ingedeeld in 15 vervoerregio’s. Binnen deze vervoerregio’s zitten de lokale besturen mee aan het stuur om de mobiliteitsuitdagingen in de omgeving aan te pakken en het gelaagd vervoersnetwerk op budgetneutrale wijze uit te tekenen.

Als startdatum voor de globale uitrol van het decreet basisbereikbaarheid werd januari 2021 vooropgesteld: heel Vlaanderen zou dan, van de ene dag op de andere, switchen naar het nieuw mobiliteitssysteem onder basisbereikbaarheid, met nieuwe routes, haltes, overstapplaatsen, vervoersaanbieders, deelsystemen en een platform waar alles aan elkaar gelinkt is en waarmee gebruiksvriendelijke ritten geboekt kunnen worden. Een zeer ambitieus plan dat tijdens deze legislatuur moet worden uitgerold.

EXPLOITANT KERNNET & AANVULLEND NET

Bij aanvang van deze legislatuur bleek al gauw dat de datum van januari 2021 niet haalbaar was: vele vervoerregio’s waren niet klaar met de nieuwe vervoerplannen en het kaderdecreet moest verder uitgewerkt worden via uitvoeringsbesluiten. Ook diende bepaald te worden wie de interne exploitant werd voor het kern- en aanvullend net.

In december 2019 liet minister Peeters weten dat de startdatum werd uitgesteld met één jaar: januari 2022.

Er volgden regelgevend werk en uitvoeringsbesluiten die het kaderdecreet verder vormgeven, waaronder (niet exhaustief) de benchmark voor aanduiding van de operator van het kern- en aanvullend net, de mobiliteitsplannen per vervoerregio, het in kaart brengen van toekomstige Hoppinpunten met bijhorende subsidiemogelijkheden en kwaliteitseisen, de Hoppincentrale, de vervoersautoriteit, het haltebeheer, etc.

Op 11 december 2020 heeft de Vlaamse Regering VVM De Lijn, na een benchmarkstudie, aangeduid als de exploitant voor het kern- en aanvullend net. Inmiddels werden, op voorstel van VVM De Lijn, in elke vervoerregio de nieuwe openbaar vervoerplannen besproken en hertekend. Eind mei 2021 heeft de Vlaamse Regering het kernnet vastgesteld en werd het aanvullend net goedgekeurd in de vervoerregio’s. In vervoerregio Antwerpen werd voorbehoud gemaakt voor de operationele run inzake het tramnet, waaromtrent momenteel de besprekingen nog lopen. Ook in vervoerregio Vlaamse Rand werd voorbehoud gemaakt.

VERVOER OP MAAT - FLEX VERVOER

De onderste vervoerslaag in het kader van basisbereikbaarheid wordt gevormd door het vervoer op maat (VOM). Dit VOM is complementair aan het kern- en aanvullend net, voorkomt blinde vlekken en vervoersarmoede in perifere gebieden. Het speelt in op specifieke individuele mobiliteitsvragen van personen waar de andere vervoerslagen wegens doelgroep, locatie of tijdstip geen oplossing bieden.

Binnen het flexvervoer of VOM bestaan er verschillende vervoersvormen:

  • Vast en semi- flexvervoer: een vervoersaanbod volgens een vaste dienstregeling en route of waarbij een deel van de route flexibel kan ingevuld worden (semi-flex);
  • Flexvervoer: een vervoersaanbod tussen haltes of Hoppinpunten, uitgevoerd n.a.v. een concrete individuele vraag door de gebruiker;
  • Flexplusvervoer: een vervoersaanbod gericht op specifieke doelgroepen (zoals DAV- en MAV-gebruikers en leerlingenvervoer);
  • Deelmobiliteit: deelfietsen en deelauto's.

Dit vervoer vervangt in de toekomst de huidige bestaande vervoeroplossingen (zoals belbus, doelgroepenvervoer van MAV’s en DAV’s en het leerlingenvervoer). De vervoerregio’s bepalen hoe dit vervoer er in hun regio zal uitzien. Ook hiervoor moeten aanbestedingsprocedures gevolgd worden met de nodige doorlooptijden. Tevens moeten bestaande contracten met huidige aanbieders (belbussen, taxi’s, …) en andere vervoerssystemen tijdig opgezegd worden. Daarom is het noodzakelijk om onderling af te stemmen om leemtes te voorkomen in het globale vervoersaanbod.

De aanbestedingsprocedures voor diverse VOM-soorten werden opgestart. Inmiddels gingen al meerdere alarmbellen. Helaas werden er géén offertes ingediend voor deelauto’s, ook is er nog veel onzekerheid inzake uitrol deelfietsen. Daarnaast is het ontwerpbestek flexvervoer complex waarover veel vragen inzake (economische en financiële) haalbaarheid rijzen. Ook hier zijn juridische procedures niet uitgesloten.

AANBESTEDING HOPPINCENTRALE

Plannen, boeken en betalen van openbaar vervoer kan in de toekomst gebeuren via de Hoppincentrale. Voor elke route van punt A naar punt B krijgt de reiziger een overzicht van de mogelijke vervoersmodi, routes, uurschema’s en prijzen en kan de reiziger rechtstreeks zijn ticket boeken.

Deze Hoppincentrale is dus een groot platform, bestaande uit een app, website en telefooncentrale, waar de reiziger met alle vervoervragen terecht kan. De centrale zal 24/7 beschikbaar zijn en zal zorgen voor de juiste match tussen vraag en aanbod (tram, bus, flexvervoer, taxi, deelmobiliteit).

Begin 2020 werd de aanbestedingsprocedure gestart voor de aanduiding van de Hoppincentrale. Ook hier heeft de doorlooptijd een enorme impact. In mei 2021 werd tot tweemaal een procedure ingeleid bij de Raad van State. Dit zorgde voor een serieuze vertraging in de aanwijzing van de Mobiliteitscentrale. Finaal kon pas eind augustus 2021 een contract gesloten worden.

Via, de uitbater van de Hoppincentrale, is momenteel volop bezig met het ontwikkelen van het platform. De operationele voorbereiding voor een beperkt gebied is voorzien voor het vierde kwartaal van 2022.

HOPPINPUNTEN & HALTES

Binnen basisbereikbaarheid vormen de haltes en Hoppinpunten cruciale schakels. Hier kan snel geschakeld worden van het ene vervoermiddel naar het andere. De vervoerregio’s hebben inmiddels ruim 30.000 haltes geselecteerd in het kader van de nieuwe openbaarvervoerplannen. Het beheer van deze haltes komt toe aan VVM De Lijn.

Verder werden er 1976 Hoppinpunten met overstapmogelijkheden aangeduid door de vervoerregio’s. Afhankelijk van het aanbod gaat het hier om interregionale, regionale lokale of buurt-Hoppinpunten, gelegen aan gewest- en gemeentewegen. Lokale besturen worden financieel gestimuleerd om Hoppinpunten uit te rollen aan de hand van subsidies.

Verschillende van deze punten worden voorzien van een interactieve Hoppinzuil. Vandaag zijn er een vijftigtal Hoppinpunten gerealiseerd, negen zijn in uitvoering. De uitrol verloopt op dit moment nog te traag.

TARIEF & TICKETINTEGRATIE

In het decreet Basisbereikbaarheid is voorzien dat de Vlaamse Regering het tarief bepaalt voor het kern- en aanvullend net. In het kader van het nieuwe Openbare Dienstencontract met VMM De Lijn krijgt deze laatste meer ‘tariefautonomie’ om flexibeler in te spelen op de vraag van de reiziger. De vervoerregio’s staan in voor het tariefbeleid over het Vervoer op Maat. Verder was voorzien in een integratie van alle tickets die via de Hoppincentrale worden aangeboden.

Gezien op dit ogenblik nog niet alle vervoerregio’s op één lijn zitten en gezien ook nog niet alle vervoersaanbieders gekend zijn, dienen hier ook nog diverse stappen gezet. Vanuit haar regierol wordt hiervoor gekeken naar het departement MOW die tevens een ambtelijke afvaardiging heeft in elke vervoerregio. Minister Peeters dringt erop aan dat hier in het belang van elke reiziger snel verder werk wordt gemaakt van een transparant en eenduidig systeem.

DOORSTART BASISBEREIKBAARHEID

START VAN DE UITROL

De uitrol van basisbereikbaarheid werd in het verleden twee keer uitgesteld (initieel januari 2021, vervolgens januari 2022). Momenteel ligt juli 2023 als richtdatum op tafel, maar dit met het besef dat er nog heel wat uitdagingen zijn.

Er werd in het verleden steeds uitgegaan van een mobiliteitsswitch of big bang waarbij het volledige nieuwe vervoerssysteem in werking zou treden. Namelijk één moment waarop heel de puzzel klaar is, alle vervoersopties op de drie lagen (kernnet, aanvullend net en vervoer op maat) perfect op elkaar aansluiten en geboekt kunnen worden via de Hoppincentrale.

Een switch houdt tegelijkertijd heel wat risico’s in. “De reiziger mag absoluut niet de dupe worden van een operationele uitrol van basisbereikbaarheid met tal van knelpunten en blinde vlekken in ons vervoersaanbod. Daarom wil ik afstappen van die grote switch, die ‘big bang aanpak’ en tegelijk niet wachten tot juli 2023. We moeten zo snel mogelijk starten met een gefaseerde uitrol, waarbij we vanuit het bestaande aanbod en de huidige vervoeraanbieders vertrekken en het flexvervoer uitrollen. Zo kunnen we gefaseerd opschalen richting het nieuwe net en vermijden we blinde vlekken in Vlaanderen. We starten met andere woorden met een progressieve uitrol aan de basis in heel Vlaanderen waarbij continu wordt ingespeeld op de (veranderende) vraag van de reiziger”, duidt minister Peeters.

Concreet betekent dit dat de implementatie van de Hoppincentrale in het laatste kwartaal 2022 start met proefdraaien voor één of meerdere huidige belbusgebieden van VVM De Lijn.

Vanaf januari 2023 start vervolgens de gefaseerde of progressieve uitrol, waarbij VVM De Lijn het voortouw neemt en in samenwerking met de vervoerregio’s op een gestage manier de wijzigingen in het gehele vervoernet vraaggestuurd uitrolt, steeds met de belangen van de reiziger voor ogen.

Mobiliteitsvraag en -aanbod worden optimaal afgestemd om tot een inclusief aanbod te komen voor de reiziger. Een aanbod dat die reiziger ook meer betrouwbaarheid in het openbaar vervoer zal bieden. De afstemming zal in samenspraak gebeuren met de vervoerregio’s en de lokale besturen”, gaat minister Peeters verder.

Het nieuwe openbare dienstencontract 2023-2027 geeft ons deze mogelijkheid. In het kader hiervan werd resoluut gekozen voor een interne transitie waarbij de reiziger centraal staat en volop wordt ingezet op duurzaamheid en efficiëntie. Verder werd VVM De Lijn aangeduid als beheerder van het vervoersysteem en kreeg de maatschappij een gekaderde aanbod- en prijsflexibiliteit om beter in te spelen op de vervoervragen.

Daarnaast heeft VVM De Lijn al heel wat ervaring met het flexvervoer en lopende contracten met exploitanten en vervoerders (belbussen, leerlingenvervoer, …) die toekomstgericht invulling kunnen geven aan het flexvervoer. Zo kan een pakket aanpassingen uitgewerkt worden richting het nieuwe net. Dit alles zal steeds in dialoog met de vervoerregio’s gebeuren en met vlotte communicatie naar de reiziger toe.

Wat deelmobiliteit betreft, zijn vandaag al heel wat spelers actief en dient de overheid zich vooral te focussen op locaties waar het aanbod ondermaats is. We willen de pendelaar of reiziger maximaal ontzorgen en ook combi- en deelmobiliteit stimuleren. Vandaar wil Peeters de Hoppincentrale optimaal benutten en laten fungeren als een open, eenvoudig en transparant systeem waar meerdere deelmobiliteitsaanbieders op actief kunnen zijn. Dit zal de combimobiliteit en de modal shift in Vlaanderen enkel ten goede komen.

GEWIJZIGDE TAAKVERDELING

“Als we een versnelling hoger willen schakelen en de vragen en noden van de reiziger efficiënter invullen dan is een betere interne taakverdeling en responsabilisering essentieel om tot een optimaal resultaat te komen. Daarvoor moeten we een versnelling hoger schakelen en de vragen en noden van de reiziger efficiënter invullen”, duidt minister Peeters, verwijzend naar de vele knipperlichten. “Vandaar dat ik mijn administraties vraag om op korte termijn een concreet en transparant afsprakenkader en plan van aanpak uit te werken, waarin alle targets en verantwoordelijkheden worden opgenomen. Ook een concreet communicatieplan zal volgen en begin september zitten we samen met alle vervoerregio’s.”

MODAL SHIFT IN VLAANDEREN

Alleen door intens samen te werken en de lat hoger te leggen kunnen we van basisbereikbaarheid een succesverhaal maken, waar de reiziger centraal staat, de modal shift een boost krijgt en waarbij het MaaS-principe echt tot leven komt in Vlaanderen. Waarin alle oplossingen van openbaar vervoer zijn gebundeld en we combimobiliteit eenvoudiger en gemakkelijker maken”, besluit minister Peeters.

Meer nieuws

Graag op de hoogte blijven?

Schrijf u nu in op onze nieuwsbrief