26 september 2024
Twee decennia grensoverschrijdende samenwerking zorgden voor…
Lees meer
Nieuws
1 maart 2024
Op voorstel van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters heeft de Vlaamse Regering een ontwerpdecreet definitief goedgekeurd waardoor herkeuringen binnenkort mogelijk worden bij erkende herstellers. Nadat enkele weken geleden reeds de periodiciteit van personenwagens onder bepaalde voorwaarden werd verruimd - van één naar twee jaar - is dit een nieuwe stap in de aangekondigde hervorming van de autokeuringen. “We zetten volop de reeds gestarte hervorming van de autokeuring door. Wachtrijen moeten verdwijnen, klantvriendelijkheid moet omhoog. Deze maatregelen zijn een nieuwe stap in de juiste richting. Deze nieuwe maatregelen kaderen in ons plan waarbij snellere en efficiëntere dienstverlening voor de burger centraal staat, zonder hierbij in te boeten op objectiviteit, kwaliteit of verkeersveiligheid. Hiermee verlichten we enerzijds de druk op de erkende keuringsinstellingen en vergroten we anderzijds het comfort voor de klant die binnenkort niet langer opnieuw naar de keuring moet nadat een vastgesteld gebrek aan zijn voertuig werd hersteld door een erkend hersteller”, aldus Lydia Peeters.
Met het ontwerpdecreet wordt een proefproject voorzien van vijf jaar, met de mogelijkheid om met vijf jaar te verlengen, waarbinnen het mogelijk is om bepaalde herkeuringen te laten uitvoeren door erkende keurders bij erkende herstellers in plaats van bij de keuringsinstelling. Daarnaast zal het ook mogelijk worden voor de keuringsinstellingen om kleine herstellingen uit te voeren. Mits een positieve evaluatie kan het proefproject in vaste regelgeving worden omgezet.
Samen met de definitieve goedkeuring van dit ontwerpdecreet werd meteen ook een akkoord bereikt over de vereisten waaraan keurders en herstellers moeten voldoen, over hoe één en ander operationeel in zijn werk zal gaan en welk soort herkeuringen in aanmerking komen.
Lydia Peeters: “We kijken hiervoor in de eerste plaats naar de herkeuringen die de meeste capaciteitswinst opleveren en tegelijk ook door zoveel mogelijk herstellers uit te voeren zijn. In eerste instantie zullen herkeuringen in aanmerking komen waarvoor geen meettoestellen nodig zijn, zodat de hersteller zich ook niet moet bekommeren om de investering, onderhoud, ijking of kalibratie. Het gaat dan voornamelijk over gebreken aan banden, spiegels, lichten en ruiten. Daarnaast kunnen ook herkeuringen, waarvoor wel meettoestellen nodig zijn, onder het proefproject vallen. Denk hierbij aan de afstelling van de dimlichtkoplampen.” Al deze principes zullen nu worden omgezet in een uitvoeringsbesluit.
Peeters rekent erop dat, eenmaal het systeem op kruissnelheid, ongeveer 300.000 herkeuringen kunnen verschuiven van de keuringsinstellingen naar erkende herstellers.
“Samen met de eerder genomen maatregelen zorgen we er niet alleen voor dat wachtrijen binnenkort verleden tijd zijn, maar nemen we vooral veel ergernis weg bij de burger. Het systeem wordt immers veel logischer door herstelling én herkeuring in één beweging mogelijk te maken. Bovendien zal het op bepaalde plaatsen, dankzij het eerder goedgekeurde systeem van de decentrale keuringen, ook mogelijk worden om zelfs de periodieke keuring bij de garage te laten plaatsvinden. Dan gebeurt de keuring wel nog door een keurder die verbonden is aan een erkende instelling”.
Minister Peeters ontkent trouwens dat dit pakket aan maatregelen enkel als sneer bedoeld is naar de bestaande keuringscentra.
“Helemaal niet. Het moet gezien worden als een extra duwtje in de rug om een probleem aan te pakken. Bovendien bieden we ze, met dit ontwerpdecreet, ook de mogelijkheid om bepaalde kleine herstellingen uit te voeren. Want stel dat je op een winteravond op de technische keuring vaststelt dat een lampje van je wagen stuk is, dan is het toch logisch, gemakkelijk én klantvriendelijk wanneer dit meteen ter plaatse kan vervangen worden. De maatregelen moeten dus niet tégen de instellingen worden gepercipieerd, maar vóór de burger.”
Peeters zal nu in nauw overleg met de sector - waarmee ze hoopt volgende week al rond de tafel te zitten - de uitvoeringsbesluiten verder uitwerken en het ontwerpdecreet parlementair laten behandelen. In het meest optimistische scenario kan de maatregel op 1 januari 2025 in werking treden.