Belga | De Nederlandse Raad van State ziet geen planologische bezwaren tegen de aanleg van de tramlijn Hasselt-Maastricht. Dat blijkt uit een uitspraak van den Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Er zijn al jaren plannen voor de aanleg van een sneltramverbinding tussen Hasselt en het Nederlandse Maastricht. Er is ook al sinds 2008 een overeenkomst over de tramlijn, tramlijn 1 in het Spartacusdossier. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de tram tot aan het station in Maastricht zou rijden, maar nadien werd het traject ingekort tot het winkelcentrum Mosae Forum (ten westen van de Maas).

De plannen werden intussen aangepast, maar ook tegen die aangepaste plannen kwam er protest. Omwonenden trokken naar de Nederlandse Raad van State tegen het tramtracé omdat ze overlast vreesden en omdat ze vonden dat Maastricht voor een ander tracé had moeten kiezen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Nederlandse Raad van State heeft de meeste bezwaren nu ongegrond verklaard.

De omwonenden krijgen wél gelijk waar het gaat om de maximale geluidbelasting. Zo was in het bestemmingsplan niet duidelijk vastgelegd wat de maximale geluidbelasting van het tramverkeer mag zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft daarom zelf een regel in het bestemmingsplan opgenomen, waarin die maximale geluidbelasting wel is opgenomen. Met deze aanpassing blijft het bestemmingsplan overeind.

Met de uitspraak van de Nederlandse Raad van State is het vooral uitkijken naar de houding aan Vlaamse kant. Daar is er onder meer nog onduidelijkheid over het tracé dat de tramlijn in Hasselt moet volgen.

Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) zegt dat hij zijn "werk gedaan heeft". "Conform het Vlaams regeerakkoord heb ik dit dossier uit het slop getrokken en heb ik de molenstenen die rond de nek van het project hingen een voor een verwijderd. De laatste horde die nu nog genomen moet worden is het vastleggen van het tracé in Hasselt. We kunnen wel starten met de publicatie van de selectieleidraad, maar de beslissing over gunning zal genomen moeten worden door de volgende Vlaamse regering".

Volgens Vlaams minister Lydia Peeters (Open Vld) heeft Weyts echter geen reden meer om de aanbesteding nog uit te stellen. Met de uitspraak van de Raad van State valt volgens haar de reden van Weyts om de aanbesteding uit te stellen weg.